Deze boerderij is in 1947 als schuur gebouwd. De plattegrond bestaat uit een rechthoek van 24,0x16,2m1 met een duidelijk grid (5x4m1) waar massief houten spanten staan gepositioneerd die de kap dragen. Deze constructie kenmerkt het interieur.

Oorspronkelijk bestond de indeling uit een open plan waarin 3 dichte ruimten werden gerealiseerd. Het achterste travee werd gebruikt als paardenstal, het midden gedeelte als koeienstal en het voorste travee als woning. Boven deze dichte ruimtes ontstond een insteekzolder, bereikbaar vanuit de tasruimte.

Een uitbreiding van de woning vond plaats in 1953 door de toevoeging van een compact volume aan de voorzijde van de schuur. Daarnaast werd een bergruimte aan de rechter zijgevel toegevoegd.

Door de jaren heen heeft het pand zijn agrarische functie verloren en werd het volledig voor wonen in gebruik genomen. Hierna volgden enkele interne verbouwingen waar een verdiepingsvloer werd toegevoegd in de tasruimte en het pand verder werd opgedeeld werd in ruimtes.

De boerderij heeft een inhoud van 3200 m3 en biedt daarmee aanzienlijk meer woonruimte dan voor een woning wenselijk is. Daarnaast verkeerd het pand in gedateerde staat. Het plan is ontstaan om hierin twee riante woningen te realiseren. Deze transformatie staat voornamelijk in het teken van het (energetisch) verduurzamen van het bouwwerk, het openbreken van de later toegevoegde ruimten, en waar mogelijk het toevoegen van extra daglicht. Het bouwwerk zal qua profiel en bouwmassa niet worden uitgebreid. Het behoud van de verschijningsvorm heeft hoge prioriteit en alle werkzaamheden zullen in lijn zijn met de bestaande detaillering, kleur- en materiaalgebruik.

Met deze transformatie wordt gestreefd naar het behoud van de cultuurhistorische waarden van het pand. Daarnaast zal de nieuwe bewoning van het pand, na huidige leegstand, ook voor versterking van de woonkwaliteit van het buitengebied zorgen.